Ontwikkelingen voor 2014

Per 1 januari 2014 is er een stelselwijziging doorgevoerd in de GGZ. In plaats van de 1e en 2e lijn GGZ is er overgegaan op de POH GGZ, de Generalistische Basis GGZ en de Gespecialiseerde GGZ. Deze wijziging is niet beperkt gebleven tot een naamsverandering. Zo is het de bedoeling dat een deel van de 2e lijn cliënten behandeld wordt in de Basis GGZ. De Gespecialiseerde GGZ moet zich voornamelijk gaan richten op de zeer complexe en gespecialiseerde dossiers. Tevens is een deel van de 1e lijn GGZ overgeheveld naar de huisarts door middel van de POH GGZ.

In grote lijnen wordt een cliënt op basis van de volgende criteria behandeld:
  1. Huisarts + POH: klachten buiten de DSM IV classificatie
  2. Basis GGZ: lichte en matige, niet complexe stoornissen
  3. Gespecialiseerde GGZ: complexere en/of meer risicovolle stoornissen

De Basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ liggen nu qua (administratieve) werkwijze dichter bij elkaar dan in de 1e en 2e lijn het geval was. Zo moet u in de Basis GGZ nu ook directe en indirecte tijd registreren (en declareren), zijn dossiers uitgebreider geworden en wordt er gedeclareerd per afgesloten behandeltraject in plaats van per consult. Wel blijft alleen de Gespecialiseerde GGZ gebruik maken van DBC's, dat is voorlopig niet aan de orde in de Basis GGZ.

Producten en tarieven
In de Basis GGZ wordt gebruikt gemaakt van de volgende te declareren zorgproducten:
  1. Basis GGZ Kort
  2. Basis GGZ Middel
  3. Basis GGZ Intensief
  4. Basis GGZ Chronisch
  5. Transitieprestatie
  6. Overige producten (OVP)

Ieder van deze zorgproducten kent een vaste vergoeding. De maximum tarieven voor 2014 zijn door de Nederlands Zorgautoriteit (NZa) gepubliceerd. Het hangt af van de zwaarte van de zorgvraag en het aantal behandelminuten via welk zorgproduct een behandeltraject wordt gedeclareerd. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van transitieprestaties en overige producten (OVP). Transitieprestaties zijn te declareren zorgactiviteiten die overlopen vanuit 2013 (maximaal 2 consulten). Tevens wordt de transitieprestatie gebruikt indien u de cliënt terugverwijst naar de huisarts, bijvoorbeeld indien er geen sprake blijkt te zijn van een DSM IV stoornis. Overige producten (OVP) zijn activiteiten binnen het behandeltraject die niet onder het verzekerd basispakket vallen. Anders dan de genoemde zorgproducten mag u OVP’s wel direct factureren of declareren voordat het volledige behandeltraject is afgerond. Denk bijvoorbeeld aan een cursus mindfulness of behandelingen die niet vergoed worden uit het verzekerd basispakket zoals relatietherapie. Voor OVP’s geldt per 2014 een maximum uurtarief.

Regelgeving vanuit de overheid (zie regeling NR/CU-537 en beleidsregel BR/CU 5101) en eisen die zorgverzekeraars stellen zorgen ervoor dat u extra gegevens moet gaan registreren. Uiteraard is registratie van alle benodigde gegevens mogelijk in de dossiers en agenda van Praktijkdata. Met behulp van intelligente ondersteuning vanuit het systeem wordt gepoogd uw administratieve belasting tot een minimum te beperken.

DIS en LVE gegevensaanlevering
Zorgverleners zijn per 2014 wettelijk verplicht registratiegegevens over de verleende zorg aan te leveren aan het landelijke DBC-informatiesysteem (DIS). Deze gegevens moet u in digitale vorm periodiek aanleveren aan DIS (vrijgevestigde zorgverleners per kwartaal). De bijbehorende gegevens-aanleverstandaard is reeds gepubliceerd door DBC-onderhoud. Duidelijk is dat u meer gegevens in uw dossiers moet registreren dan u gewend was om de vereiste dataset te kunnen aanleveren. Praktijkdata verzorgd de digitale aanlevering en ondersteunt u door per dossier aan te geven welke gegevens eventueel nog aangevuld moeten worden.

De vereiste dataset omvat onder andere gegevens over de cliënt en het behandeltraject, waaronder behandelaarsgegevens, verwijsinformatie, diagnosecodes en het geleverd zorgproduct. De gegevens worden gepseudonimiseerd aangeleverd. Indien uw cliënt privacy bezwaren heeft, dan kunt u dit aangeven in Praktijkdata, zodat diagnose informatie niet wordt meegestuurd. Uiteraard heeft u zelf de volledige controle over het versturen van gegevens, zonder uw toestemming worden er geen gegevens met derden gedeeld.

Wanneer u lid bent van de LVE, dan bent u reeds bekend met het aanleveren van het jaarlijkse LVE-codeboek. Dit codeboek is per 2014 opgenomen in dezelfde gegevensstandaard en wordt via de DIS-aanlevering aan het LVE doorgestuurd. De benodigde gegevens kunt u continue in de dossiers bijhouden en ook per kwartaal aanleveren, zodat u niet pas aan het eind van het jaar uw codeboek hoeft samen te stellen.

ROM & SBG
Het gebruik van Routine Outcome Monitoring (ROM) is al enige tijd in opkomst. De beroepsverenigingen hebben zich allen geconformeerd aan ROM en raden hun leden het gebruik hiervan sterk aan. Wettelijk is het (nog) niet verplicht gesteld, maar verwacht wordt dat de NZa dit op termijn wel gaat doen. Wanneer u contracten heeft met zorgverzekeraars, dan is het gebruik van ROM vaak al wel een vereiste. Daarnaast is de verwachting dat zorgverzekeraars gebruik van ROM als voorwaarde gaan opnemen in de polis voor vergoeding op restitutiebasis (voor niet-gecontracteerden).

De ROM-gegevens die u verzamelt moet u digitaal aan de Stichting Benchmark GGZ (SBG) aanleveren. Dit gaat via dezelfde gegevensstandaard als de eerder genoemde DIS-aanlevering, de gegevens worden daarin opgenomen. Omdat u de gegevens digitaal moet aanleveren is digitale afname van ROM vragenlijsten natuurlijk tijdbesparend (maar niet verplicht, afname mag ook op papier). Praktijkdata kan gekoppeld worden met bekende ROM-systemen zoals Telepsy en Reflectum, zodat u de cliëntgegevens niet dubbel hoeft in te voeren. Deze systemen bevatten uiteraard de vragenlijsten die geschikt zijn voor SBG-aanlevering.

Declaratie, restnota’s en restitutienota’s
Vanaf 2014 vindt declaratie in de Basis GGZ en de Gespecialiseerde GGZ plaats via dezelfde nieuwe declaratiestandaard GZ321/GZ322. Uiteraard is declareren via deze standaard mogelijk met Praktijkdata, dit gaat automatisch inclusief het ophalen en inlezen van retourinformatie. Zorgverzekeraars zijn er nog niet gereed voor en zullen pas vanaf mei 2014 declaraties kunnen ontvangen en verwerken. Een aantal zorgverzekeraars biedt een voorschotregeling, u wordt aangeraden hierover in gesprek te gaan met de zorgverzekeraars.

Wanneer u OVP’s declareert aan zorgverzekeraars, dan komt het voor dat een deel van de kosten niet vergoed wordt. Bijvoorbeeld wanneer een behandeling maar deels uit de aanvullende verzekering van een cliënt wordt vergoed. In een dergelijke situatie kan het voorkomen dat u zelf een restnota aan de cliënt moet sturen. En wanneer u geen contract heeft met een zorgverzekeraar, dan stuurt u de factuur rechtstreeks naar uw cliënt als restitutienota. Per 2014 moet u op deze rest- en restitutienota’s een aantal gegevens verplicht vermelden. Vektis heeft in samenspraak met de zorgverzekeraars een aantal voorbeelden (vanaf pagina 19) ter beschikking gesteld, zodat u kunt zien welke gegevens uw nota’s moeten gaan bevatten.

Extra informatie
De verschillende beroepsverenigingen hebben zeer informatieve dossiers opgebouwd over de veranderingen in de GGZ:
Tenslotte hebben beroepsverenigingen, overheid en zorgverzekeraars gezamenlijk de website Invoering Basis GGZ ontwikkeld met aanvullende informatie.

Heeft u naar aanleiding van bovenstaande nog vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op.